Toen Henry Mentink van het Veerhuis me vroeg een bijdrage te schrijven over ‘Het Heilige Gesprek’ moest ik onmiddellijk denken aan de uitspraak van Jezus Christus, zoals opgetekend in Mattheus 18: 20. ‘Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in hun Midden’. Het houdt me al een tijdje bezig hoe dit op te vatten. In mijn beleving heeft Jezus het hier over het midden van de relatie, de intersubjectieve ruimte. En ‘in Mijn Naam’ kan ik dan niet anders opvatten als: ‘in naam van Liefde’.
In de theorie over intersubjectiviteit wordt het midden, of de relatie, tussen twee of meer mensen ook vaak aangeduid als ‘de derde’ [ruimte], alsof het een persoon is. Het is als het ware de manier waarop we met elkaar omgaan. Wil ik de ander kennen en wil ik ‘gekend’ worden? Kan ik werkelijk ‘instappen’ in de relatie, het grotendeels onbekende, en in dat wat in die ruimte wil ontstaan? In onze individualistische cultuur zijn we veel meer gewend een gesprek of relatie aan te gaan vanuit bepaalde ‘voorwaarden’. De ander zal mij min of meer moeten nemen zoals ik ben en sommige overtuigingen en gewoonten staan voor mij vast. Met de ander is het vaak hetzelfde gesteld.
Voor mij betekent ‘het Heilige Gesprek’ dat ik niet start vanuit mijn ‘gewoonte-zelf’, maar me toevertrouw aan het midden: aan dat wat tussen ons kan ontstaan. Dit is zowel een moedige als een liefdevolle daad, ik ben in zekere zin onbeschermd. Ik ontmoet de ander vanuit het besef dat deze ontmoeting nieuw en uniek is en daarmee de mogelijkheid biedt tot co-creatie. Zoals de Dalai Lama het eens formuleerde: ‘Probeer van iedere ontmoeting iets te leren.’ Nieuwsgierigheid is één van onze belangrijkste eigenschappen. Luister ik écht naar de ander, probeer ik te doorgronden wat het vertrekpunt is van hem of haar? Kan ik de houding aannemen van ‘Leer me je te begrijpen’? Dat is wat de boeddhistische monnik Thich Nhat Hanh omschrijft als ‘Deep Listening’.
In onze ontmoetingen en gesprekken hebben we beiden de verantwoordelijkheid onze intersubjectieve ruimte ‘schoon’ te houden door op tijd misverstanden uit de weg te ruimen, niet in goed of fout te belanden. Martin Buber heeft deze tussenruimte betiteld als ‘Sacred Space’, een begrip dat ook al in de oude culturen terug te vinden is. Het is als een tuin waar, ongemerkt, tussen de bloemen ook altijd weer onkruid gaat groeien. Zo bezien betekent de uitspraak van Jezus Christus aan het begin van dit stuk dat er bij voortduring werk aan de winkel is voor ieder van ons. Het Heilige Gesprek is daarbij tevens ‘love in action’.
0 reacties