Het zou toch zomaar kunnen…
Gepubliceerd in het halfjaarlijkse tijdschrift Loving Geopolitics nr 2. Een pdf van het volledige tijdschrift vind je hier.
Een paar maanden geleden ontving ik van iemand een audiofragmentje via whatsapp. Dit was gesitueerd in 2032. Een nieuwslezer begon op een manier die onmiddellijk mijn wenkbrauwen deed fronzen te rapporteren over enorme stromen vluchtelingen (hiermee appellerend aan de menselijke angst voor het water), die ‘onze’ streken binnentrokken, waarop niemand ‘hier’ natuurlijk zat te wachten. Wij, de luisteraars, moesten echter toch maar het beste van deze vreselijke situatie gaan maken, werd ons allengs duidelijk. Het land van herkomst van deze vluchtelingen immers, Nederland, was dermate ontwricht door de alsmaar verderstrekkende gevolgen van de toeslagenaffaire, de geheel uit de hand gelopen stikstofcrisis, de door klimaatbrandhaarden geteisterde steden en de boerenopstanden die het land verscheurden, dat er voorlopig geen enkel uitzicht was op een mogelijke terugkeer voor hen. Daarop volgde een opsomming van de reeds getroffen, noodzakelijkerwijs dus vooral duurzame opvangmaatregelen in de regio, zoals de op de massa’s ingerichte kazernes, sporthallen, en grootschalige gaarkeukens. De verslaggever sloot zijn relaas af met het geven van een aantal do’s en don’ts aan ‘ons’, nu helaas zo hevig overspoelde luisteraars, zoals bijvoorbeeld het mijden van woorden als “gaaf” en “doei” als we contact zouden maken met de vluchtelingen, opdat zij niet nog verder ontregeld en daardoor in opstand zouden kunnen komen.
Dit Lubach-achtige stukje, ongetwijfeld gemaakt door een (of meerdere) kunstenaar(s), veroorzaakte bij mij in de paar minuten dat het duurde een whirlpool van sensaties. Mijn eerste neiging was om het meteen te deleten: “wat was dit voor een xenofoob gedoe?!” Vervolgens begon ik te lachen, toen helder werd wat hier werd gefingeerd. Daarna vormde zich een knoopje in mijn buik: dit was helemaal niet zo fictief! En aan het eind voelde ik me heel opgelaten: hoe levensecht was de gebruikelijke anti-vluchtelingen retoriek naadloos toegepast op een zelfs plausibel scenario voor Nederland en zijn buurlanden in 2032?!
De maker van dit fragment zette me op het verkeerde been, en ik heb gepoogd om ditzelfde even bij de lezer teweeg te brengen. De verwarring schept de maker niet voor niets, zij is zich ongetwijfeld welbewust van de barrière die bij ons mensen te overwinnen is als het gaat om confrontaties met crises, rampen of andere schokkende dingen waarvan wij allemaal boter op ons hoofd hebben. Die barrière – in lichtere en zwaardere mate – zouden we kunnen zien als onderdeel van wat Harry Kunneman (2005) ‘de dikke ik’ noemt: het ego dat steeds dikker wordt, de ‘ik’ die zich voortdurend over van alles dik maakt en die een dikke huid heeft. De dikke ik (mits deze althans niet té zwaarlijvig is) laat zich even doorprikken met zo’n onverwachte wending, en laat zich langzamer afslanken door uitnodigende confrontaties, met name tijdens ontmoetingen met andersdenkenden, het onbekende, het vreemde. Hierdoor kan een ontvankelijker houding ontstaan, en kunnen gevoelens van innerlijk onbehagen, ongemak en angst voor het onbekende – die de genoemde barrière mede vormgeven – meer en meer plaats maken voor openheid en naar-buiten-gerichtheid. Wolff-Michael Roth (2011) noemt dit ‘doorlaatbaarheid’ (passibility). Niet alleen de menselijke doorlaatbaarheid kan vergroot, maar vervolgens ook het vermogen om geraakt te worden (affected) en om te denken in mogelijkheden en deze te verbeelden. Ontvankelijkheid is niet het ergens op anticiperen, maar het is iets onverwachts – dat wat geen onderdeel is van je eigen, bekende wereldje – bij je binnen kunnen laten komen. Dat iets staat altijd in relatie tot de ander, tot ‘een’ wereld, anders dan de jou al bekende. Zonder ontvankelijkheid, geraakt worden en de verbeelding kunnen we helemaal niets construeren in de wereld, zegt Roth. De maker van het audiofragment dat ik hierboven beschreef werkt daaraan, maar ook voor opvoeding en onderwijs ligt hier denk ik een levensgrote taak (zie bijvoorbeeld Biesta, 2017, 2021; Drop, 2022), net als voor goede journalistiek, en voor de wetenschap. Voor het op dit moment op velerlei manieren construeren van een voor alles wat leeft blijvend leefbare wereld zijn ontvankelijkheid, raakbaarheid en een levendige verbeelding namelijk cruciaal.
Wie mij ook heel erg goed kan confronteren en raken is Hannah Arendt met haar teksten en gedachtegoed (zie voor voorbeelden hiervan bijvoorbeeld Loving Geopolitics Magazine proefeditie en 1; Berding, 2022; Berding & Drop, 2021; Drop, 2017). Misschien kwam het audio-fragment daarom ook wel zo binnen. Arendt beschrijft namelijk heel invoelbaar wat het betekent om te moeten vluchten, om stateloos te worden (zie bijvoorbeeld haar essay “Wij Vluchtelingen”, dat ze in 1943 schreef). Daarbij grijpt ze je ook bij je kladden met haar manier van schrijven. Wanneer ze het heeft over heel indringende zaken, zoals de ervaringen van haarzelf en vele andere Joodse vluchtelingen in hun net nieuwe thuisland, of bijvoorbeeld over het Eichmann-proces waar ze zich natuurlijk zelf ook diepgaand bij betrokken voelde (zie Berding, 2017) gebruikt ze scherpe ironie. Zij, de onaflaatbare pleitbezorger van altijd alles expliciet maken en uitspreken (door haar als ‘handelen’ beschouwd), ook al betreft het de meest ingewikkelde dingen, lijkt met deze schrijfstijl misschien enerzijds iets af te weren, maar anderzijds doorboort ze je als lezer:
Ik wilde sowieso emigreren. Ik bedacht onmiddellijk dat Joden niet konden blijven. Ik had geen zin om zogezegd als een tweederangsburger, in welke vorm dan ook, door Duitsland te rennen. Daarbij, ik dacht dat het allemaal wel slechter en slechter zou worden. Niettemin, uiteindelijk vertrok ik op niet heel vreedzame wijze, wat me wel een goed gevoel geeft. Ik werd gearresteerd en moest illegaal het land uit zien te komen en dat gaf me onmiddellijk bevrediging. Ik dacht: eindelijk heb ik iets gedaan! Ik ben in elk geval niet ‘onnozel’. Niemand kon dat van mij zeggen!
Citaat Hannah Arendt in Berding (2022, p. 62)
Soms kan ik dat ook ervaren als een aanval:
De droevige waarheid is dat het meeste kwaad bedreven wordt door mensen die nooit uitdrukkelijk beslist hebben om slecht of goed te zijn of te doen.
Citaat Hannah Arendt in Berding (idem, p. 72)
En soms schrijft ze haarscherp, maar dan zonder ironie, en ook dat raakt zielsdiep:
We hebben ons huis verloren, dat wil zeggen de
vertrouwdheid van het dagelijks leven. We hebben ons
werk verloren, dat wil zeggen het vertrouwen dat we
in deze wereld van enig nut zijn. We hebben onze taal
verloren, en daarmee de natuurlijkheid van onze reacties,
de eenvoud van onze gebaren, de ongekunsteldheid
waarmee we onze gevoelens uitdrukten.
Citaat Hannah Arendt in Berding (idem, p. 63)
Want, stel je eens voor: in 2032 kan deze, alle grond onder je voeten wegslaande ontheemding zomaar ons lot zijn.
In de master community development (Hogeschool Utrecht) waarin ik docent ben zijn de meesten van onze studenten samen met gemeenschappen in het hele land (en internationaal) heel hard en impactvol aan het werk met complexe vraagstukken rondom duurzaamheid, participatie en diversiteit/inclusie. Behalve dat er vele inspirerende praktijken gaande zijn, zijn zij (en met hen veel anderen wereldwijd) ook juist intensief bezig om de huidige crises te keren. Of ze (we!) daar in 2032 al succesvol in zijn? Dat weet ik niet helemaal, maar heel veel mensen zijn daar knetterhard mee bezig, dat weet ik wel, en in tien jaar kan ongelooflijk veel werk worden verzet…
Gebruikte bronnen, ook om verder te lezen:
Berding, J. (2017) Devastating Irony. Hannah Arendt and Harry Mulisch on the Eichmann Trial.
In Cohen de Lara, E. & Drop, H. (eds.). Back to the Core. Rethinking the Core Texts in Liberal
Arts & Sciences Education in Europe. Wilmington, DE: Vernon Press. pp. 335-348
Berding, J. (2022) Hannah Arendt. Levenswijsheden. KokBoekencentrum Uitgevers
Berding, J. & Drop, H. (2021). Ontworteling als persoonlijk drama: ‘Wij Vluchtelingen’. In: Joop Berding. De Werelden van Hannah Arendt. Soest: Boekscout. Hfst. 4, pp. 56-73
Biesta, G. (2017). Door Kunst onderwezen willen worden. Arnhem: ArtEZ Press
Biesta, G. (2021). World-centred Education. Routledge
Drop, H. (2017). Hannah Arendts ‘politiek van vluchtelingen’ als spiegel voor de actualiteit. Een hogeronderwijspraktijk voor nieuwkomers in J. Berding (red.). Aan het werk met Hannah Arendt. Leusden: ISVW Uitgevers
Drop, H. (2022) De moed om in te stappen. Tijdschrift Waardenwerk. (88). pp. 43-48
Kunneman, H. (2005). Voorbij het dikke-ik. Bouwstenen voor een kritisch humanisme. Humanistics University Press
0 reacties